Moe met een glimoogje

Ik vind mezelf best wel dapper deze dagen.

Vorige week liep ik langs een “ambachtelijk bonbon atelier” met van die krulletters op de etalageruit. En ja, toen vroeg mijn lichaam mij toch echt naar binnen te stappen…
Als een kindje vroeg ik hoeveel ze kostten, die lekkere bonbons in al die smaken.
‘400 gram voor 4,95.’
‘Hoeveel zijn dat er dan ongeveer?’
‘7.’
‘Okee.’ Ik kon het niet laten de hele tijd te glimlachen. Met mijn neus nog net niet tegen de ruit gedrukt en bij ieder bonbonnetje vragend wat er dan voor lekkers ín zit zocht ik 7 smaken uit. Lavendel… sinaasappel… karamel…. yummm.

‘Nu moet je ze gauw opeten, anders smelten ze’. Oja. 32 graden…

Met mijn bonbonnetjes in mijn rugzak liep ik de schaduw tegemoet en onder een grote boom in een binnentuin vond ik een bankje die op mij te wachten stond. Achter mij zaten twee dametjes op klapstoeltjes. Ongewoon dichtbij eigenlijk.

Twee lieve kletstantes. Eentje wel over de 90, de andere leek haar dochter. Strohoedjes op en allebei een gebogen rug. Ze hadden het over wc borstels.

Ik ging zitten en ik pakte mijn zakje bonbons. Hmmm… ogen verder open… welke eerst? En toen voelde ik: ik wil die dametjes er ook eentje aanbieden. En gelijk ook twijfel… straks pakken ze de lekkerste… en: ik had ze gekocht om mijn eigen lef te vieren. Moest ik ze dan wel weg gaan geven? Fuck it, ik voel het toch?

Ik draaide me om: ‘Willen jullie ook een bonbonnetje?’. Geen reactie. Ik erheen. Nog eens vragen. ‘Nee dankje’, zei de dochter. Maar het oudere dametje keek mij met net zulke grote ogen aan als ik in de chocoladewinkel: ‘Nou zeg, die zien er lekker uit…’

Ik bracht het zakje wat dichterbij en ze stak haar hele hand erin. Grabbel, grabbel. En toen ik weer op m’n bankje zat en ook zelf een hapje nam zei ze achter me: ‘nou, jij trakteert wel zeg!’

En toen dacht ik: ja wat is het toch prachtig om te delen. Om sámen te vieren. Gewoon mijn intuïtie achterna. Een mini avontuurtje en een prachtige mini ontmoeting die de bonbonnetjes nog 10 keer zo lekker deden smaken.

Ik ging ervan open. En het deed me weer even beleven: ja, dit is hoe het leven werkt voor mij, gewoon mijn intuïtie achterna. Hoe kan je nou ooit van tevoren weten waarom de dingen goed voor je zouden zijn? Je lichaam weet het wel, die geeft je seintjes.

En zo zat ik daar nog even. En peuzelde. En schreef wat. En glimlachte naar voorbijgangers en maakte zo makkelijk contact met mensen die ook open stonden. Die glimlach uit de chocoladewinkel, die zat er nog steeds. En toen ik wegliep zwaaide het oude dametje en ik elkaar nog even gedag.

En soms ben ik moe. Zoals nu eventjes. Bijkomen van het dapper zijn. Maar dan zie ik aan mijn glimoogjes dat het leven prachtig is.